|
Geslacht | Vrouw |
Leeftijd | 52
|
Geboren | za 13 jun 1812 te Zaamslag, Terneuzen, Zeeland, Netherlands |
Overleden | za 18 mrt 1865 te Delft, Zuid-Holland, Netherlands |
Begraven | |
Beroep | Landbouwster en particuliere |
|
|
Huwelijk | za 6 apr 1833 te Zaamslag, Terneuzen, Zeeland, Netherlands |
Met | Koeijer, Louis de |
|
Kinderen(10) |
Koeijer, Pieter de Koeijer, Catharina de Koeijer, Pieter de (22) Koeijer, Christiaan de (2) Koeijer, Janna Maria de Koeijer, Cornelis de (7) Koeijer, N.n. de Koeijer, Louis de Koeijer, Elisabeth de Koeijer, Elisabeth de |
|
Notities | (1) Geboren op 13-06-1812 te Zaamslag (aktenummer: 34), overleden op 18-03-1865 te Delft op 52-jarige leeftijd (aktenummer: 181)
1. Gehuwd op 28 augustus 1830, Zaamslag, met Gillis de Bokx , geboren op 17 augustus 1807 - Zaamslag, overleden op 9 oktober 1831 - Zaamslag leeftijd bij overlijden: 24 jaar oud, Landman 2. Gehuwd op 6 april 1833, Zaamslag, met Louis de Koeijer , geboren op 21 januari 1811 - Axel, overleden op 2 augustus 1885 - Zaamslag leeftijd bij overlijden: 74 jaar oud, Landbouwer
Bron Burgerlijke stand - Overlijden Archieflocatie Zeeuws Archief Algemeen: Gemeente: Axel Soort akte: Overlijdensakte Aktenummer: 22 Aangiftedatum: 00-00-1865 Overledene: Cornelia Riemens Geslacht: V Overlijdensdatum: 18-03-1865 Overlijdensplaats: Delft Vader Christiaan Riemens Moeder Catharina de Regt Partner Louis de Koeijer Relatie: gehuwd Nadere informatie Uittreksel uit het overlijdensregister van de gemeente Delft.; Lft: 51 jaar; Brp: zonder
Overleden op 18-03-1865 te Delft op 52-jarige leeftijd (aangifte door: architect Arendt van der Fandt (55 jaar), bode bij begrafenisfonds Andries Schwenk (35 jaar) en Cornelia de Koeijer (echtegenote van Louis de Koeijer)). Overleden in het St. Joris Binnengesticht te Delft.
Omdat Zeeland in de 19e eeuw geen inrichting voor "krankzinnigen" had en de enige mogelijkheid verpleging buiten de provincie was, werden veel patienten als het even kon thuis gehouden. Zo waren in 1892 slechts 111 Zeeuwen met een pychische aandoening buiten de provincie opgenomen. Het grootste deel van de verpleegkosten werd door de Provincie betaald en toen in dat jaar het Delftse Sint Joris Gasthuis waar 94 van de 111 verpleegde Zeeuwen verbleven, het contract opzegde moesten de Provinciale Staten van Zeeland besluiten wat er met die patienten moest gebeuren. Inspecteurs van het "Staatstoezicht op krankzinnigen" pleiten voor oprichting van een provinciaal instituut vanwege de streekgebondenheid van deze patienten (o.a. eigen dialect en kerkgenootschap). Te duur vond men en de patienten van Delft werden verdeeld over drie andere instellingen. De gereformeerden gingen naar naar tehuizen in o.a. Ermelo, Zuidlaren, Wolfheeze en Loosduinen. Voor Hervormden was er en gasthuis op confessionele grondslag in Dordrecht en de Rooms-Katholieken konden terecht in de stichting Coudewater in Rosmalen.
Toch groeide ook in Zeeland de behoefte aan een eigen liefst, in de provincie gelegen, protestants-christelijke voorziening voor krankzinnigen wat leidde tot de oprichting van de "Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen in Zeeland". Omdat Zeeland niet beschikte over een groot bosterrein met goed drinkwater (in die tijd twee absolute vereisten voor het bouwen van een inrichting) week men uit naar Bergen op Zoom waar dicht bij Halstern een groot terrein werd verworven. Daar kwam "Vrederust" tot stand. Het werd geopend in 1909. |
|