Notities | (1) Aangifte van geboorte de vader van Arie de Groot en getuige: Geertje Heijmans des moeders moeder te Dalem, gedoopt (nederlands hervormd) op 4 september 1746 te Dalem, getuige(n) Geertje Hijmans/moeders moeren, overleden/begraven op 01 en op 2 maart 1813 te Zwartewaal
Ondertrouw en huwelijk (burgerlijke stand ) op 15 en op 30 juni 1771 te Schoonrewoerd Teuntje (Antonia) Heijkoop
Arie de Groot is met attestatie in 1767 naar Schoonderwoerd vertrokken Bron: Kerkeraad Goudriaan
Arien de Groot was schoolmeester in Gorinchem van 1769 tot 1772 en is vertrokken in 1772 naar Goudriaan. Hij volgde Hendrik Fortuijn op die met zijn gezin is vertrokken naar ’s Hertogenbosch. Op 22 maart 1772 vraagt Arie attestatie aan voor verhuizing. Hij verhuist naar Aalburg op 19 oktober 1772. Na het huwelijk vestigden ze zich in Goudriaan waar drie kinderen worden geboren. Tussen 1 januari 1777 en 29 augustus 1778 verhuist het gezin naar Zwartewaal met een akte van attestatie van Goudriaan d.d. 14 juli 1778 getekend door Simon van den Brink namens de Kerkeraad aangevraagd op 13 januari 1778. Bron: Municipaliteit van Goudriaan. Uijt naam van dezelven R.D. van Slijpe Secretaris.
Van mevrouw Els J. Schouwenburg-Bitter van de Historische Werkgroep te Zwartewaal, een kopie ontvangen van het boekje "Onderwijs in Zwartewaal". In het boekje staat het relaas vermeld van Arie de Groot die schoolmeester was in de franse tijd en luidt alsvolgt: Op 19 juni 1778 wordt beroepen als schoolmeester en voorzanger, Arie de Groot uit Oud- en Nieuw Goudriaan. Hij is getrouwd met Teuntje Heicoop en is lidmaat van de Hervormde Kerk, die een akte van attestatie afgeeft naar Zwartewaal op 14 julij 1778. Zijn werk verloopt in het begin erg rustig. Hij heeft regelmatig werk aan begrafenissen, graven maken en/of luiden van de klok en bedient in de consistoriekamer. Het is 24 mei 1793 te Zwartewaal als Arie de Groot in een testament wordt genoemd van de weduwe van Willem Kaptein, mevrouw Ariaantje Landheer tot Executeur/voogd. Men schrijft 1794. "De schoolmeester van de school is een Oranjeklant. die op rustige en kalme wijze zijn schoolmeesterlijke plicht doet. Hij geeft zijn leerlingen onderricht in "het leren van alle letters die tot de leeskonst van noden zijn om dezelfde en pervectelijk te kunnen onderscheiden en behoorlijk uit te spreken, die welkennende te leren spellen tot woorden enz." Hij geeft les in de schrijf-, cijfer- en rekenkunsten. Hij zorgt dat zondags de kinderen in de kerk tijdens de dienst stil en netjes zijn. Na afloop van de lessen van de avondschool, laat hij eerst de "knegtjes" naar huis gaan en brengt daarna de meisjes een eind het dorp in. Hij luidt op gezette tijden de kerkklok. Op de dag waarop een lid van de Prinselijke familie jarig is, trekt hij wat harder en langer dan gewoonlijk aan het klokketouw. Hij zorgt voor het vuurwerk, houdt de kerk bezemschoon, wiedt het onkruid van het kerkpad, sluit het kerkhek, houdt de sloten om de kerkboomgaard schoon en cultiveert de boomgaard tot zijn eigen voordeel. Een enkele maal toch, verzuimt hij weleens een beetje zijn plicht. Tijdens de lessen moeten de oudste en meer gevorderde leerlingen de kleintjes helpen en het geleerde overhoren. Dan verlaat de schoolmeester de school en begeeft zich buiten het dorp naar Den Briel om daar een of andere gezaghebbende Oranjeklant op te zoeken of een vergadering. De predikant van Zwartewaal, die toezicht op de school en zijn meester moet houden en zelf ook, hoewel minder openlijk, Oranjegezind is, laat de schoolmeester gaan. De Patriotten ontgaat dit echter niet. Zij onthouden de euveldagen van de schoolmeester. In januari 1795 breekt de Hollandse "Franse"revolutie uit. De Patriotten komen aan de regering. In Den Briel wordt met tegenzin de regering veranderd. In Zwartewaal komt het zover nog niet. Schout en Schepenen blijven in functie. De "Erkentenis van Rechten van Mens en Burger" worden echter wel aangenomen. Alle gemeente ambtenaren moeten de eed op de nieuwe landsregering afleggen. De Zwartewaalse schoolmeester Arie de Groot, verschijnt echter niet voor de dorpsregering en wordt dus niet beedigd. Onder schooltijd kan hij nu niet meer naar Brielle. Zijn vrienden, de Oranjeklanten, zijn daarook uit de macht gezet. Heimelijk, de hoop is nog niet vervlogen, demonstreert hij zijn Oranjegezindheid binnen de schoolmuren. Hij geeft zijn leerlingen extra lessen in de edele schrijfkunst en laat hen bij herhaling in sierlijke krulletters op hun leien en ook in hun schrijfboeken neerschrijven: P.W.D.V., oftewel Prins Willem De Vijfde, om hen daarbij te onderrichten hoe zij hun pen moeten houden om de letters te schrijven. Hij gaat hiermee enige maanden rustig door. Toen de hoop op herstel van de Oranjegezinde regering minder werd, werd de schoolmeester wat voorzichtiger. Zo nu en dan geeft hij zijn leerlingen een ander schrijfvoorbeeld en hij verbiedt hen steeds maar weer P.W.D.V. te schrijven. De kinderen nemen dat verbod niet serieus en gaan door, misschien wel thuis aangemoedigd met het schrijven van de letters. De meester doet een oogje dicht en lacht heimelijk om dit verzet tegen het fransgezinde bewind. Tenslotte verbiedt hij het schrijven, maar hij is te laat. De Patriotten weten dat de straf voor deze daad niet zal uitblijven.
Het is op dinsdag 11 september 1795, dat er in het anders zo rustige Zwartewaal een grote gebeurtenis plaatsvindt. De dag ervoor is reeds aan de Schout meegedeeld dat hij en al zijn Schepenen de volgende morgen op het gemeentehuis moeten verschijnen. Zij worden uit hun posten ontslagen en kunnen vertrekken. Er worden nieuwe bestuurders benoemd en deze, uiteraard vurige Patriotten, zijn reeds ingelicht en staan klaar om de posten over te nemen. Hun eerste daad is onmiddellijk de schoolmeester ontbieden. En als deze verschijnt wordt hem gevraagd of hij de Eed voor de Constitutie heeft afgelegd. Op zijn ontkenning wordt hem naar de reden gevraagd. Als reden geeft hij op, dat volgens hem de oude regering daartoe niet gemachtigd is. Op de vraag of hij alsnog de eed wil afleggen, antwoord hij bevestigend. Dit helpt hem niet, omdat hij zich al aan vele "euveldagen" schuldig heeft gemaakt. Er wordt hem een schrijfboek van de school getoond en hij moet vertellen wat de letters P.W.D.V. betekenen. De schoolmeester probeert nog een uitvlucht te zoeken, maar niets baat meer. Hij krijgt ter plekke zijn ontslag, maar mag nog wel in Zwartewaal blijven wonen mits hij niet verder schuldig bevonden wordt aan oproerigheden of gesprekken. [?]Zijn zoon Arie wordt op 29 augustus 1778 en Antonia 9 juni 1782.
Op 29 juli 1796 wordt hij ook lid van de commissie tot behartiging van de financiele belangen van kerk en godsdienst. Op11 december 1796 wordt hij benoemd tot diaken. Op 31 december 1800 wordt hij tot ouderling gekozen. Op 18 oktober 1802 ondertekent ook meester De De Groot diaconie rekeningen. Arie de Groot wordt te Zwartewaal op 10 maart 1810 aangeslagen voor fl. 26,- voor bijdrage aan het onderhoud van de Franse troepen.
Op 25 augustus 1812 wordt door notaris Charles Christoffel Brender a Brandis een Transportakte opgemaakt op verzoek van Arie de Groot, particulier te Zwartewaal, huis nr 101, en transporteert aan Jan van der Sluis (schoonzoon). schipper aldaar in hetzelfde huis, een huis aan het einde van de Dubbeldestraat te Zwartewaal bij de Kaai op oud-kohier nr 106, nu 101. Het is pro reste nog belast met fl. 300,00 t.b.v. Pieter Hendrik Hoog te Brielle, wonend op het Maarland, wijk 5 nr 60 en Jan Markus Heneman, Maire van Brielle, wonend op de Voorstraat, wijk 2 nr 86. Deze heren zijn voor hun vrouwen erfgenaam van Kornelis van Dam van Aarden en dus wettige houders van de hypotheek. Koper neemt deze schuld over en betaalt nog fl. 200,00 bij. Getuigen: Jan Swemie, bakker, huis nr 33 en Jan van der Hoeven, visser, huis nr 130. Beiden te Zwartewaal. Aangehecht de franstalige versie. Inv.nr 1198 akte nr 64.
Als hij op 1 maart 1813 overlijdt, wordt voor zijn doodskleed betaald: 2 guldens, voor zijn grafgeld: 8 guldens en als luigeld: 7 stuivers en 8 centen. Kopie akte Goudriaan 1778/ Onderwijs in Zwartewaal Arij de Groot werd ontslagen en kreeg op zijn verzoek ander werk. Deze werkzaamheden waren het delven van graven, tuinnieren rondom de kerk, klokkenluiden enz.
d.d. 2 januari 1815 t.o.v. notaris Louis Mijnard van Kruijne, een testament van Antonia/Antoinette de Groot, huisvrouw van Kornelis Steenhuis te Brielle. Zij prelegateert haar kleding aan haar moeder Antonia Heijkoop te Brielle, weduwe van Arie de Groot. Haar man is universeel erfgenaam. Bron: Testament invent nr 1282 akte nr 2 (Bron: Diversen akten)
Op 26 november 1795 wordt door notaris Jacob Jacobsz Kluit te Brielle, een voogdijbenoeming akte opgesteld voor Arij de Groot en Teuntje Heijcoop, echtelieden wonende te Zwartewaal. Zij verwijzen naar een testament van 18 januari 1772 voor het gerecht van Aalburg, waarbij de langstlevende van hen werd benoemd tot voogd of voogdes. Zij stellen naast deze aan alsmede tot executeurs zijn broers, Jacob de Groot wonende te Gouda en Leendert de Groot wonende te Sliedrecht, alsmede haar broers Anthonij Heijkoop, wonende te Schoonrewoerd en Abram Heijkoop wonende te Spijk. Als hun kinderen Dirkje en Kornelis de Groot meerderjarig worden, zijn ook deze kinderen en seclusie van de weeskamer. Getuigen: Jan Cahoen en Jacob Bartijn. Bron: VPR Streekarchief invet.nr 1194 akte 504 (Bron: Diversen)
Bron Burgerlijke stand - Overlijden Archieflocatie Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg Algemeen Gemeente: Zwartewaal Soort akte: Overlijdensakte Aktenummer: 8 Aangiftedatum: 01-03-1813 Overledene Arie de Groot Geslacht: M Overlijdensdatum: 01-03-1813 Leeftijd: 66 Overlijdensplaats: Zwartewaal Vader Cornelis de Groot Moeder [?]Diderika van Heijsbergen Partner Anthonia Heijkoop Relatie: Echtgenoot |
|